Duizend dingen

 

Als ik ga, moet je niet huilen

want écht weg ben ik eigenlijk niet.

Mijn lichaam is nu duizend dingen,

heb daarom niet zoveel verdriet.

 

Ik ben de wind, ik ben de regen.

Ik ben de zon, het jonge gras.

Ik ben de sneeuw en duizend dingen,

‘k ben weer degene die ik was.

 

En als je wakker wordt, bekijk dan

de bomen en de blauwe lucht.

Kijk naar de vlinders en de bloemen,

kijk naar de vogels in hun vlucht.

 

Want al die duizend dingen ben ik

sinds ik mijn lichaam achterliet.

Die duizend dingen zijn mijn leven.

Dus zie je, écht weg ben ik niet.

© Wendy's gedichten

 

(Vrij vertaald naar 'Don't stand at my grave and weep' van Mary Elizabeth Frye)